Metsuke is de wijze van kijken. Zoals Ueshiba ook aangeeft kan er niet naar de ogen, het zwaard of naar de tegenstander gekeken worden. Maar richten we dan onze blik op? De blik afwenden van de tegenstander is -om duidelijke redenen- al helemaal geen optie.
Het gaat dan ook niet om waar de blik op gericht wordt, maar eerder dàt de blik gericht wordt. Als je je concentreert op het zwaard of de ogen, zie je niets anders dan dat. Je zult alle subtiele aanwijzingen van een aanval missen.
De blik moet aandachtig en oplettend zijn, maar niet gericht op een enkel onderdeel. Zoals je blik zou zijn op een racefiets of in de auto, zo zou je de blik moeten zijn tijdens de beoefening van budo: niet gericht op het stuur of de trappers; niet gericht op alleen je voorganger, maar een wijde blik die alles opneemt zonder door één enkel ding gevangen te worden.
Tijdens tekizuke 敵ずけ volgt de punt van het zwaard, na de laatste slag in de kata, de teki (tegenstander). Hoewel de punt de gevelde tegenstander volgt en zich daarop richt, moet de blik niet gegrepen worden door deze tegenstander. Juist hier is een wijde blik belangrijk. Bij een volledige aandacht op de tegenstander mis je de tweede of derde tegenstander die kwamen aanlopen.
Enzan no metsuke, wordt vertaald als het kijken naar een verre berg. Om metsuke te kan je proberen “de achtergrond achter je tegenstander” te zien. Op die manier kijk je niet naar je tegenstander, maar zie je hem geheel.