Keikogi 稽古着
Dit is het jasje dat tijdens training gedragen wordt. Er zijn grofweg 4 typen te onderscheiden:
- Montsuki of kimono (traditionele bovenkleding met brede mouwen)
- Judogi/kendogi (rijstkorrel/judo-jasje) waarschijnlijk afgeleid van brandweermannen hanten 半天 (overjas)
- Uwagi 上着 (“glad” jasje afgeleid van een kimono) in combinatie met een shitagi 下着 (onderjasje)
- Samu-e/samugi 作務衣/作務着 (monniks werkkleding) Vaak bestaande uit een broek met jasje.
Voor een montsuki of kimono geldt dat de mouwen tot de polsen komen. Het is daarom gebruikelijk dat een uwagi ook tot de polsen gedragen wordt. Een judogi/kendogi en samu-e/samugi heeft (in tegenstelling tot het meer “formele” karakter van de voorgaande voorbeelden) meer een “werk”-karakter en mag daarom ook op het midden van de onderarm gedragen worden.
Verdere ettiquette betreffende keikogi zijn:
- Mouwen nooit naar buiten oprollen (inkorten of naar binnen vouwen)
- Mouwen nooit zo kort dat de ellebogen te zien zijn (met uitzondering van enkele budovormen die dit just wel hebben)
- Geen plooien in de achterkant van de keikogi
- Keikogi valt niet over de koshita heen
- Als de gi niet heel lang is of als er een split aan de zijkant zit (zoals bij judōgi), dient er een broek gedragen te worden onder de hakama.
Hakama 袴
Een hakama is een wijde broekrok die vroeger door samoerai gedragen werden. Er zijn twee type hakama, waarvan er een ongeschikt is voor budo-training. Een andon-hakama 行灯袴 heeft geen gescheiden broekspijpen. Deze hakama lijkt (wanneer men staat) op een “normale” hakama met twee gescheiden broekspijpen umanori-hakama 馬乗り袴, maar is in feite een geplooide rok.
De umamori-hakama (letterlijk paardrij-hakama) werd, zoals de naam doet vermoeden, gebruikt tijdens het paardrijden en werd in de edo-periode een standaard kledingstuk voor būshi/samurai.
- De plooien van een hakama dienen strak en netjes te zijn.
- De himo (banden) van de hakama dienen plat en ongekreukt te zijn
- De hakama dient juist geknoopt te worden (illustraties volgen nog), waarbij de himo niet gedraaid zijn en netjes over elkaar liggen
- De koshita (harde ahterstuk) van de hakama bevind zich altijd hoger dan de obi
- De himo aan de voorzijde van de hakama ligt hoger dan de obi
- De onderkant van de hakama komt op het midden van het enkelbot
- Als er een (judo)broek gedragen wordt onder de hakama mag die nooit te zien zijn onder de hakama, ook niet als er tai sabakai gedaan wordt.
Obi 帯
Met de obi (band) wordt de keikogi dichtgehouden. De band geeft bij een groot aantal japanse budo geen rang weer (zoals dat bij judō bijvoorbeeld het geval is) en kan dus naar smaak van de beoefenaar worden gekozen. Bij iai wordt een platte brede obi gedragen (anders dan bij judō en karate)
Er zijn 3 soorten platte brede obi:
- Effen obi
- Kaku-obi (eenvoudig geborduurde obi)
- Zijden kimono obi
Dames zijn over het algemeen vrijer om kleuren te kiezen. Voor mannen zijn rood en paars niet geschikt en wordt er bij voorkeur gekozen voor: wit; beige; bruin; donkerblauw; donkergroen; zwart.
Een obi moet correct omgerold (dat betekent dat de lagen netjes over elkaar liggen) en geknoopt worden. Er zijn veel verschillende knopen mogelijk. Hieronder een aantal zoals die toegepast kunnen worden.