Een geest die zich makkelijk laat verstoren is gevoelig voor beïnvloeding van een opponent. Sukima 隙間 (openingen) kunnen gecreëerd worden; de geest en het lichaam staan open voor een aanval.
Een beoefenaar voert een kata uit in volledige concentratie, een bal (niet ongebruikelijk in de gymzaal waar gedemonstreerd wordt) rolt zijn demonstratiegebied in en vlak achter hem langs. Onverstoord gaat de beoefenaar door en rond zijn kata af. Achteraf wordt hem gevraagd hoe hij het voor elkaar kreeg niet afgeleid te worden door de bal. “welke bal?”, antwoord hij verbaasd.
Hoe knap ook, wat deze beoefenaar manifesteerde in zijn kata was geen fudōshin. De bedoeling is niet om de prikkels die je geest binnenkomen van buiten (geluiden, beelden, geuren, smaak, gevoel) en van binnen (gedachten, emoties) uit te blokken of te negeren.
Eigenlijk in tegendeel. Al die prikkels kunnen vrij binnenkomen. De uitdaging is om geen moment te hechten aan deze prikkels; ze slechts te registreren als ze opkomen en de aandacht erop uit te laten doven zodra de prikkels wegvallen.
Disclaimer:
Uitleg geven over een complex onderwerp zoals deze is een uitdaging. Door middel van vergelijkingen en anecdotes wordt getracht een globaal idee te geven van deze geesteshoudingen zoals die in de krijgskunsten worden beschreven.