Het woord kyakku 客 (gasten), of formeler: o-gyakku sama お客様 (geerde gasten) wordt gebruikt voor gasten in de dojo. Gasten kunnen publiek, deelnemers aan een workshop, seminar en training zijn. Van gasten wordt verwacht dat ze zich beleefd gedragen en de basis regels van de dojo volgen, zoals die aan hen worden uitgelegd.
Op een bepaalde manier zijn o-gyakku bevoorrecht ten opzichte van monjin 門人 (leden) in dat ze veel vragen kunnen stellen of vaak de aandacht van de leraar en seniors krijgen. Sommige o-gyakku zijn zelfs frequente bezoekers van de dojo: stamgasten. Er kan zelfs aan deze stamgasten worden gevraagd mee te werken aan simpele taken in de dojo.
Er blijft echter een verschil in relatie tot de dojo tussen de meest gewende stamgast en een monjin. Monjin betekent letterlijk “persoon aan de poort” en geeft weer dat deze persoon niet meer te gast is in deze plek, maar een deel is geworden van deze plek, deze dojo.
O-gyakku kunnen veel leren in dojo waar ze te gast zijn. Ze krijgen toegang tot (een deel) van het curriculum en de leringen van de school en de dojo. Dit zijn vaak dezelfde leringen waartoe beginnende monjin ook toegang hebben, soms zelfs gevorderde leringen.
Voor monjin wordt de verantwoordelijkheid voor hun groei gezamenlijk gedragen door de dojo. Dat betekent de monjin, hun kohai, dohai en senpai en de sensei samen deze verantwoordelijkheid delen. Deze gedeelde verantwoordelijkheid is iets dat voorbehouden is aan leden van de dojo.
Van een monjin wordt verwacht dat hij/zij meehelpt in de taken van de dojo, helpt bij de o-soji (grote schoonmaak in de zomer en winter). Daartegenover staat dat de monjin steun kan verwachten van zijn mede-leerlingen en leraar in de martiale groei.
Afhankelijk van de leraar en de leden, kunnen monjin uiteindelijk ook deshi 弟子 (leerlingen) worden genoemd. Deze term heeft een grotere nadruk op de leraar-leerling relatie, en dient spaarzaam gebruikt te worden. Soms noemen westerse budo-leraren hun leerlingen deshi, maar dat is incorrect.
Uit een historisch oogpunt zijn deshi leerlingen waarvoor de leraar grote zorg voor draagt, binnen en buiten de dojo. En andersom deze deshi zorgen in grote mate voor hun leraar. Zoals meester en gezel in de Europese middeleeuwen.
Als een leerling grote kosten heeft die hij niet kan betalen, moet de leraar zelfs overwegen zijn zwaard te verkopen om de leerling te ondersteunen. Als de leraar aan het einde van zijn leven komt, zorgt de leerling voor hem alsof het familie is.
Uchideshi 内弟子, letterlijk: binnen-leerlingen, zijn leerlingen die intern wonen bij de leraar of in de dojo. Elke dag trainen zij en zorgen zij voor de dojo. Maar weinig dojo hebben een uchideshi-mogelijkheid. Alleen wanneer een dojo een interne opleiding heeft, wordt soms ook de term sotodeshi 外弟子 (buiten-leerlingen) gebruikt.
Belangrijk om mee te nemen in deze verhandeling zijn twee zaken: Ten eerste zijn de grensen tussen gast, stam-gast, leden en leerling niet vast gedefinieerd. Zoals ieder mens kennisen, vrienden en beste vrienden heeft; is dit ook het geval voor een dojo. En elke dojo gaat anders om met deze rollen. Verder zijn het ook grenzen die onbesproken blijven. Ten tweede is het belangrijk om te onthouden dat deze rollen gelijkwaardig zijn aan elkaar. Het is niet “beter” om een gast te zijn van een dojo dan een deshi, het zijn slechts verschillende omgangsvormen.